Workshops, lezingen, trainingen en trajecten voor uw team

Het traject Lessen in Orde (in het kort)

Het sleutelbegrip van Lessen in orde is de overgang van

IK naar WIJ

Niet de individuele docent staat centraal maar het team van docenten.
Dat betekent dat voordat een traject op school start
tenminste 80% van de teamleden
zich voor invoering van het traject moeten uitspreken.

Wil je in de klas een plezierig leer- en leefklimaat creëren dan zijn er 2 momenten om dat te realiseren:

  1. Van te voren (preventief)
  2. Op het moment dat zich (on)gewenst gedrag manifesteert (operatief)

Preventief

  1. Biedt structuur, d.w.z. wees voorspelbaar door te werken met een vaste lesopbouw en door leerlingen te corrigeren vanuit regelgeleid gedrag (= niet omdat ik het zeg, maar omdat het hier staat of omdat het op school een regel is
  2. Steun elkaar: houd je aan afspraken en regels. Want wanneer elke docent zijn eigen regels hanteert of zijn eigen uitzonderingen maakt, zijn er op een school evenveel structuren als er docenten zijn. Wanneer een docent zich niet aan de afspraken en regels houdt, weten de leerlingen dat die regels vage grenzen vormen en zullen ze bij andere docenten kijken waar die grenzen precies liggen en hoe onoverbrugbaar ze zijn.
  3. Hou vol: hanteer je vaste structuur net zolang tot het gedrag van de leerlingen routinematig verloopt (soms duurt dat een jaar).

Operatief

  1. Van onprettig naar onwettig: niet elk ongewenst gedrag is hetzelfde. Maak onderscheid tussen verschillende vormen van gedrag. Van onprettig gedrag via lastig gedrag en belangrijk probleemgedrag naar onwettig gedrag en laat de reactie van jou en van het team afhangen van de ernst van het gedrag. Wanneer daar afspraken, regels en richtlijnen voor bestaan zal dat de voorspelbaarheid van het docentgedrag in de ogen van de leerlingen ten goede komen.
  2. Wees consequent: doe bij ongewenst gedrag altijd iets. Wat je doet en wanneer je dat doet is aan jou, maar doe in elk geval iets. Doe je namelijk niets bij ongewenst gerag dan denken de leerlingen ‘hij zag wat ik deed, maar reageerde niet; dus het mag’